Gisella: “In een eerdere podcasts hebben we het gehad over de preventie van blessures, want niemand zit natuurlijk te wachten op een blessure. We hebben het er uitgebreid over gehad hoe je een blessure kunt voorkomen. Dat lukt niet altijd, maar er is wel veel dat je kunt doen. Nu gaan we het hebben over de gevolgen van blessures. Waarom is het nou zo belangrijk om blessures te voorkomen?”
Fenna: “De gevolgen zijn ook vaak niet mals. Het is heel goed om de gevolgen eens in kaart te brengen en er bewust van te zijn wat er in het lijf van een paard gebeurt en wat je paard te wachten staat bij een blessure. Gisella wat is het eerste wat bij jou opkomt als we het hebben over gevolgen?”
G: “Dat zijn twee dingen. Als eerste het paard zelf. Een blessure betekent dat er iets stuk is en dat er weefsel beschadigd is en dat gaat altijd samen met pijn en ongemak en mogelijk ook met beperking qua beweging. Dat wens je een paard niet toe. Het volgende: wat gebeurt er in dat weefsel? Er gebeurt namelijk heel veel. Als we kijken naar een peesblessure dan kun je met een echo zien dat er een onderbreking is in de gelijkmatige structuur van het weefsel. Sommige plekken zijn donkerder en op die plekken zitten minder peesweefsels. Uiteindelijk is het lichaam in staat om die gaten op te vullen met nieuw weefsel, maar dat is nooit meer het oorspronkelijke weefsel. Het lichaam kan niet regenereren. Het duurt ook een hele periode voor dat het gat weer gevuld is en de vezels weer op de juiste manier gerangschikt zijn. Dit kan van variëren van weken tot vele maanden. Het blijft wel altijd een litteken en dat betekent dat het minder elastisch is. Dat maakt de kans op weer een blessure in dat gebied reëel. Het kan weer functioneel worden, maar het wordt nooit meer zoals het was.”
F: “Daar waar een blessure is volgt revalidatie en dat vraagt heel veel aan het paard en de eigenaar. Zonder goede revalidatie is de kans op niet goed herstel heel groot. Als we het hebben over een peesblessure is gecontroleerde beweging heel belangrijk. Een pees mag geen piekbelasting hebben, zoals ineens wegrennen of een sprong maken. Het paard moet zich rustig houden en gecontroleerde beweging opbouwen. Anders wordt het lastig om hem weer terug te brengen op zijn oude niveau.”
G: “Het is ook best verraderlijk, want als de pijn, kreupelheid en zwelling weg zijn, wil het nog niet zeggen dat het weefsel sterk genoeg is.”
F: “Vroeger zeiden ze een paard op de wei te gooien. Dat hoor je nu eigenlijk niet meer, omdat het zo belangrijk voor het herstel is om steeds op het juiste moment de volgende stap te maken.”
G: “Waarom is volledige boxrust geen goed idee?”
F: “Ik vind dat boxrust alleen kan voor een korte periode na een operatie, een fractuur en bij wonden. Je geeft een paard boxrust om een piekbelasting te voorkomen en daarnaast krijgt het gecontroleerde beweging. Het liefst geef je een paard dan een stal die ruim en licht is, met een buitenluik en contact met andere paarden. In een rustige omgeving, waar hij op z’n gemak is. Als hij bijvoorbeeld op een drukke pensionstal staat kan hij veel stress ervaren en zijn de gevolgen veel groter, want stress is heel slecht voor een paard.”
G: “Revalidatie is een intensief traject en vraagt veel van een paard en van de eigenaar. Natuurlijk gaat het lichaam aan de slag met de reparatie, maar hoe die reparatie uitvalt en hoe belastbaar het paard uiteindelijk weer is wordt voor een groot deel bepaald door de revalidatie. Het gat in die pees wordt weer gevuld, maar dit wordt alleen sterk genoeg als het belast gaat worden, maar wel gecontroleerd. Dus stappen aan de hand en later in de aquatrainer. Dat hele traject wil je liever voor blijven.”
F: “Het heeft duidelijk negatieve gevolgen voor het paard, maar ook voor de eigenaar. Ze zijn vaak emotioneel, zeker als ze het paard bij ons neer zetten voor revalidatie. Vaak willen ze ook weten wat ze hadden kunnen doen om het te voorkomen.”
G: “Dat is wel mooi dat er zo over nagedacht wordt. De eigenaren hebben natuurlijk veel zorgen, maar denk ook eens aan het financiële plaatje. Je hebt dierenartskosten, een operatie en behandelingen, die ook heel duur kunnen zijn. Daarna volgt dan ook nog eens de revalidatie. Die is ook duur, zeker als je het uit handen geeft, omdat je wellicht niet de tijd of de mogelijkheden hebt om het zelf te doen. Revalidatie kost tijd en geld en zorgt voor stress bij het paard en de eigenaar.”
G: “Een blessure is heel duur, dus daarom wil je het ook voorkomen, naast dat een blessure het welzijn van je paard aantast. Dan hebben we het ook nog over compensatie. Een paard is koning in compenseren, zeker tijdens revalidatie. Bij een blessure gaan ze compenseren en door compensatie ontstaan soms ook blessures. Daarom is het altijd belangrijk om compensatie weg te halen en te zorgen dat je paard een zo goed mogelijk bewegingspatroon ontwikkelt. In de opbouw na een blessure moet hij daar ook in begeleid worden met bijvoorbeeld fysio, een osteopaat, sportmasseur of de aquatrainer. Misschien past je zadel ook niet meer goed. Dat tikt allemaal aan. Als ik dan een positief gevolg mag noemen. Ik heb veel eigenaren die na een revalidatie zeggen dat ze zoveel meer weten over hun paard; hoe het lichaam werkt en hoe ze hem moeten rijden. Ze weten hoe ze blessures voor moeten zijn.”
F: “Uit iets negatiefs wordt iets positiefs gehaald. Dat is mooi. Toch denk ik dat eigenaren blessures liever hadden willen voorkomen en er nu alles aan gaan doen, zeker met de opgedane kennis, om verdere blessures in de toekomst te voorkomen. Eigenlijk wil je die bewustwording bij eigenaren hebben voordat een paard geblesseerd raakt.”
G: “Daarom maken we deze podcast onder andere.”